Achtergrond: In oktober 2011 heeft de "British Journal of Nutrition" een artikel gepubliceerd van 13 wetenschappers (Pedersen et al.). Hierin leggen ze uit waarom het beperken van de inname van verzadigd vet van belang is om het risico op hartziekten te verlagen (1). Aan het artikel hebben 4 Nederlandse wetenschappers meegewerkt (Martijn Katan, Ronald Mensink, Daan Kromhout en Ingeborg Brouwer).
Omdat ik vond dat de inhoud van hun artikel niet wetenschappelijk onderbouwd is, besloot ik een reactie te sturen naar de hoofdredacteur van het wetenschappelijke tijdschrift waarin werd gepubliceerd. Daarop is mijn reactie ook gepubliceerd (2). Hierop kwam weer een reactie van Pedersen et al. (3) en wederom een reactie van mij (4). Dit alles werd gepubliceerd in het British Journal of Nutrition.
Omdat de 4 artikelen zoveel informatie bevatten, heb ik besloten deze op te splitsen in kortere berichten op mijn blog.
Pedersen et al. geven aan dat het belangrijk is om de inname van verzadigd vet te beperken om zo het "slechte" LDL-cholesterol te verlagen:
Our main concern, however, is to emphasise the importance of lowering SFA intakes to reduce blood LDL-cholesterol levels at a time when there are tendencies to downplay the importance of SFA.
Ik was verrast door deze zin, omdat de rol van het "goede" HDL-cholesterol hier niet genoemd wordt. Twee (Martijn Katan en Ronald Mensink) van de 13 wetenschappers hebben in het verleden een onderzoek gepubliceerd (5). De conclusies die deze Nederlandse wetenschappers toen trokken lijkt volledig in te gaan tegen hun huidige opmerking over het LDL-cholesterol. Op basis van een literatuuroverzicht van 60 gecontroleerde onderzoeken, lieten de wetenschappers destijds zien dat het vervangen van koolhydraten door verzadigd vet zowel het "slechte" LDL-cholesterol als het "goede" HDL-cholesterol laat stijgen, zonder de verhouding hiertussen (totaal/HDL-cholesterol) te verstoren. Op basis hiervan stelden ze:
1) alle natuurlijke vetten bevatten zowel verzadigd vet - dat geen invloed heeft op de verhouding totaal/HDL-cholesterol - en onverzadigd vet - dat deze verhouding verlaagt (verbetert). Daarom zal zelfs het vervangen van volvette zuivelproducten door kolhydraten de verhouding totaal/HDL-cholesterol verhogen (verslechteren):
1) alle natuurlijke vetten bevatten zowel verzadigd vet - dat geen invloed heeft op de verhouding totaal/HDL-cholesterol - en onverzadigd vet - dat deze verhouding verlaagt (verbetert). Daarom zal zelfs het vervangen van volvette zuivelproducten door kolhydraten de verhouding totaal/HDL-cholesterol verhogen (verslechteren):
Results suggest that isoenergetic replacement of SFA with carbohydrates does not improve the serum total:HDLcholesterol. All natural fats contain both SFA, which do not change this ratio, and unsaturated fatty acids, which lower it. As a result, even the replacement of dairy fat and tropical fats with carbohydrates will increase the ratio of total to HDL-cholesterol.
Dit kunt u zien in het volgende figuur. De verhouding totaal/HDL-cholesterol moet zo laag mogelijk zijn. Links in de figuur staan koolhydraten die als maatstaf zijn genomen. Hoe verder we naar rechts gaan, hoe beter het cholesterol wordt. Dit betekent dat zelfs boter beter is voor de verhouding totaal/HDL cholesterol dan koolhydraten:
De Nederlandse wetenschappers stellen dat verschillende soorten onderzoek laten zien dat het HDL-cholesterol waarschijnlijk het risico op hart- en vaatziekten laat dalen en dat het effect van het HDL-cholesterol daarom niet genegeerd mag worden:
Results of prospective observational studies, controlled clinical trials with drugs, mechanistic studies, and genetic 'experiments of nature' all strongly suggest that high concentrations of HDL-cholesterol in the circulation help to prevent coronary artery disease and other CVD. Given these observations, it appears imprudent to ignore the marked effects of diet on HDL-cholesterol.
Tenslotte geven ze aan dat veranderingen in het cholesterol - die worden veroorzaakt door consumptie van vetten - geen betrouwbare voorspeller zijn van het risico op hartziekten:
The effects of dietary fats on total:HDL-cholesterol may differ markedly from their effects on LDL. The effects of fats on these risk markers should not in themselves be considered to reflect changes in risk but should be confirmed by prospective observational studies or clinical trials.
Enkele jaren geleden is een literatuuroverzicht van 61 prospectieve cohort studies gepubliceerd in het tijdschrijft "The Lancet". De auteurs hiervan concludeerden dat het meenemen van het HDL-cholesterol de voorspellende waarde van het LDL-cholesterol (non-HDL cholesterol) voor het risico op hartziekten (IHD) vergroot:
Of various simple indices involving HDL cholesterol, the ratio total/HDL cholesterol was the strongest predictor of IHD mortality (40% more informative than non-HDL cholesterol and more than twice as informative as total cholesterol).
Conclusie: In 2003, concludeerden 2 Nederlandse wetenschappers (Martijn Katan en Ronald Mensink) dat zelfs dierlijke vetten een positiever effect hebben op de verhouding totaal/HDL-cholesterol dan koolhydraten. Ze benadrukten dat effecten van vetten op het "goede" HDL-cholesterol niet mogen worden genegeerd. En dat veranderingen in het cholesterol - veroorzaakt door veranderingen in de inname van vetten - géén betrouwbare voorspeller zijn voor het risico op hartziekten.
In 2011, is de mening van deze zelfde wetenschappers helemaal omgeslagen: Nu zijn veranderingen in het LDL-cholesterol - maar dan ook alléén het LDL-cholesterol - opeens de enige betrouwbare voorspeller voor verandingen in het risico op hartziekten. Dat is erg opvallend omdat ze niet aangeven dat de onderzoeksresultaten die ze zelf hebben gepubliceerd inmiddels zijn achterhaald.
Referenties:
1) Pedersen JI et al. (2011) The importance of reducing SFA to limit CHD. Br J Nutr 106, 961-963. http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/21906408
2) Hoenselaar R (2011). The importance of reducing SFA intake to limit CHD risk. Br J Nutr. 2012 Feb;107(3):450-1; author reply 452-4. http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/22136957
3) Pedersen JI et al (2012). Response to Hoenselaar from Pedersen et al. Br J Nutr 107, 452-454. http://journals.cambridge.org/action/displayAbstract?fromPage=online&aid=8479188
4) Hoenselaar R (2012). Further response from Hoenselaar. Br J Nutr [Epub ahead of print]http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/22377374
5) Mensink RP et al (2003). Effects of dietary fatty acids and carbohydrates on the ratio of serum total to HDL cholesterol and on serum lipids and apolipoproteins: a meta-analysis of 60 controlled trials. Am J Clin Nutr. 2003 May;77(5):1146-55. http://www.ajcn.org/content/77/5/1146.long
6) Prospective Studies Collaboration (2007) Blood cholesterol and vascular mortality by age, sex, and blood pressure: a meta-analysis of individual data from 61 prospective studies with 55,000 vascular deaths. Lancet 370, 1829-1839. http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/18061058
Referenties:
1) Pedersen JI et al. (2011) The importance of reducing SFA to limit CHD. Br J Nutr 106, 961-963. http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/21906408
2) Hoenselaar R (2011). The importance of reducing SFA intake to limit CHD risk. Br J Nutr. 2012 Feb;107(3):450-1; author reply 452-4. http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/22136957
3) Pedersen JI et al (2012). Response to Hoenselaar from Pedersen et al. Br J Nutr 107, 452-454. http://journals.cambridge.org/action/displayAbstract?fromPage=online&aid=8479188
4) Hoenselaar R (2012). Further response from Hoenselaar. Br J Nutr [Epub ahead of print]http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/22377374
5) Mensink RP et al (2003). Effects of dietary fatty acids and carbohydrates on the ratio of serum total to HDL cholesterol and on serum lipids and apolipoproteins: a meta-analysis of 60 controlled trials. Am J Clin Nutr. 2003 May;77(5):1146-55. http://www.ajcn.org/content/77/5/1146.long
6) Prospective Studies Collaboration (2007) Blood cholesterol and vascular mortality by age, sex, and blood pressure: a meta-analysis of individual data from 61 prospective studies with 55,000 vascular deaths. Lancet 370, 1829-1839. http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/18061058
1 reacties:
Dr. Itua geneest mijn HIV, ik ben al 10 jaar een ARV Consumptie. Ik heb mijn best gedaan totdat ik Dr. Itua tegenkwam op de blogsite. Ik heb hem ge-e-mailen over mijn gegevens over mijn hiv en mijn locatie. Ik heb alles aan hem uitgelegd en hij vertelde me dat er niets is om bang voor te zijn dat hij me zal genezen , mij schenk me garantie, ik vraag me om dingen te betalen, dus als ik genezen ben, zal ik dankbaarheid tonen. Ik weet niet hoe ik het moet doen Dr. Itua. Ik kreeg zijn kruidengeneesmiddel via EMS Courier-service die bij mij op kantoor kwam 5 werkdagen. Het is een goede man en ik ken hem voor zijn goede werk. Mijn grootmoeder roept hem op om hem en mijn vrienden te waarderen, dat is een vreugde voor mij dat ik vrij ben van het nemen van pillen en dat dikke schoonheid een nachtmerrie is .je zult begrijpen waar ik het over heb als je hetzelfde probleem had ik was zijn agenda ook dat hij me onlangs stuurde, hij geneest een hele aardige ziekte zoals, kanker, herpes, fibromyalgie, hiv, hepatitis B, lever / nier Inflamatory, Epilepsy, Infertility, Fibroid, Diabetes, Dercum, Copd, en brengen ook Ex Lover terug .. Hier zijn Contact .drituaher balcenter @ gmail.com Of Whats_app-nummer +2348149277967
Een reactie posten